bereiding
Limoen uitpersen. Appel schillen, klokhuis verwijderen en appel in blokjes snijden. Rozijnenbrood uitsteken in de zelfde grootte als het geitenkaasje. De kaasjes in plakken snijden. Zorg dat er 12 rondjes brood en 8 plakken kaas zijn. Sjalotje in wat boter fruiten, 20 gram basterdsuiker toevoegen en afblussen met wat limoensap en calvados. In een andere pan de appelblokjes in wat boter fruiten en het sjalotmengsel erdoor mengen. Langzaam laten garen. Ondertussen in een steelpan de stroop met wat limoensap, calvados en een beetje water tot een mooie saus inkoken. Eieren met melk, vanillesuiker en de rest van de basterdsuiker opkloppen. Het brood hierin weken. In een beetje boter het brood mooi bruin bakken en er samen met de plakjes kaas een torentje van maken. Dit bestrooien met kaneelsuiker en er een lepel appelmengsel op leggen. Het sausje rond het torentje drapperen.
