Appelbollentaart

benodigdheden
bereiding
Kneed in de keukenmachine een samenhangend deeg van boter, basterdsuiker, zout, ei en bloem. Voeg beetje bij beetje het water toe tot het deeg goed samenpakt. Verpak het deeg in plastic folie en leg het een uur in de koelkast. Laat het bladerdeeg ontdooien. Schil de appels en boor er de klokhuizen uit. Snijd ¼ van de onderkanten weg en snijd deze stukken in blokjes. Vermeng de blokjes met rozijnen en rum. Verwarm de oven voor op 200°C. Bedek een ovenbakplaat met bakpapier. Rol het deeg in wat bloem uit tot een ronde lap met een doorsnede van 25 cm en plaats dit op de ovenbakplaat. Zet de appels met de afgesneden kant naar beneden op de deeglap, maar laat rondom een rand van 2 cm vrij. Strooi de rozijnenmassa tussen de appels en bestrooi het geheel met kaneelsuiker. Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol ze in wat bloem uit tot een ronde lap met een doorsnede van circa 30 cm. Leg deze deeglap over de appels en druk beide deeglappen zeer stevig op elkaar. Bak de taart in 25 minuten bruin en gaar. Smelt de jam en bestrijk hiermee de hete bladerdeeglaag. Serveer de taart warm of koud met een laagje poedersuiker op de top.


Top