Verse abrikozenvlaai

benodigdheden
bereiding
Bereidingstijd: 1½ uur
Benodigdheden: Vlaai- of lage taartvorm ca 28 cm Ø

Deeg
In een pan op laag vuur de boter smelten, melk toevoegen en langzaam tot lauwwarm verwarmen. Zeef de tarwebloem in een kom en meng de gist door de gezeefde bloem. Voeg de Van Gilse fijne kristalsuiker, 1 ei en snufje zout toe en kneed dit tot een geheel. Leg het deeg in een kom en dek deze af met een schone theedoek (zonder wasmiddellucht) en laat het deeg op kamertemperatuur ongeveer 1½ tot 2 uur rijzen tot het deeg twee keer zo groot is. Een klein gedeelte deeg apart nemen voor de afwerking (ruitjes ) en de rest van het deeg opnieuw kneden. Bestuif het werkblad met bloem en vet de vlaaivorm in met wat boter of bakspray. Rol het deeg dun uit tot een ronde lap iets groter dan de vlaaivorm en bekleed de bakvorm met het deeg. Prik gaatjes in de bodem en laat de vlaaivorm met deeg nog 15 minuten rijzen onder de theedoek. Verwarm de oven op 200° C.

Vlaaivulling
Kook water tot het kookpunt en neem de pan van het vuur. Dompel de abrikozen in het kokende water en haal de velletjes van de abrikozen. Snijd de abrikozen door de helft en verwijder de pitten. De abrikozen verder in partjes snijden. Roer de Van Gilse witte basterdsuiker door de partjes abrikozen. Haal de vlaaivorm met het deeg uit de koelkast. Giet het abrikozenmengsel in de vlaaivorm. Het restje deeg uitrollen tot een dunne plak en snijd er gelijkmatige reepjes van om de ruitjes te maken. Leg de reepjes in een ruitvorm over de abrikozenvulling. Klop het 2e ei los en smeer dit op het deeg van de ruitjes. Plaats de vlaai in het midden van de oven in ongeveer 24 minuten mooi lichtbruin. Laat de vlaai 1 uur in de vorm afkoelen en verwijder dan de vorm.

Top