Chocolade-sinaasappelcake

benodigdheden
bereiding
Voor de cake:
Zet de (hetelucht)oven aan op 180ºC. Het beslag wordt in twee rondes gemaakt. Vet de drie bakvormen (25 cm, 20 cm en 15 cm) in en bedek de bodem ruim met bakpapier. Smelt 165 gram pure chocolade in 45 gram water au bain-marie. Doe in de keukenmachine 300 gram boter, 300 gram donkerbruine basterdsuiker, 6 eieren, 300 gram zelfrijzend bakmeel, 1,5 theelepel vanille-extract, 2 theelepels bakpoeder en wat zout. Mix het kort en voeg het chocolademengsel erbij. Mix dit alles totdat het net gemengd is. Verdeel het beslag over de drie bakvormen en bak de taarten. De grote boven in de oven en de twee kleine eronder. De kleine bakt 20 minuten, de middelste 25 minuten en de grote 30 minuten. Controleer met een prikker of de taarten gaar zijn. Een paar minuten af laten koelen en dan storten op bakpapier. Helemaal laten afkoelen voor ze van het bakpapier worden gehaald. Maak ze voorzichtig los met een paletmes. De vormen schoonvegen met keukenrol, opnieuw invetten en de tweede lading op dezelfde manier maken.

Voor de ganache:
De 600 ml slagroom aan de kook brengen. Van het vuur halen en de 1200 gram witte chocolade erin doen. Even laten smelten en vervolgens goed roeren met een garde. De 90 gram Cointreau erbij doen en goed roeren. Op een langwerpige schaal gieten en af laten koelen in de koelkast.

Voor de sinaasappel botercrème:
Bijna alle 750 ml melk in een pan doen met 225 gram suiker, de rasp van twee sinaasappels en een vanille stokje. De overige melk met de 75 gram custard tot een papje roeren. Een beetje van de kokende melk bij het papje gieten en vervolgens alles terug in de pan doen en kort laten koken. Uitgieten op een langwerpige schaal en af laten koelen tot kamertemperatuur. Klop 450 gram boter met 100 gram poedersuiker luchtig. Vervolgens de custard erbij en goed luchtig kloppen. Voor de vulling de botercrème verwerken met een glad spuit mondje van 7 mm. Voor de rozetten op de zijkant oranje kleurstof toevoegen en doppen spuiten met een glad spuitmondje van 11 mm.

Voor de karamel:
500 gram suiker met 100 gram water opzetten en tot een karamel koken. Doorkoken tot een gouden kleur ontstaat. Van het vuur halen en iets af laten koelen. De macadamianoten op satéprikkers doen. Een stuk piepschuim aan de werkbank vast tapen en een vuilniszak eronder leggen. De noten door de karamel heen halen en op zijn kop in het piepschuim steken zodat er lange druipers ontstaan. Dit wordt de kroon bovenop. Vervolgens tussen twee vastgeplakte pollepels nog wat karamel draden spannen en daar een nestje van maken voor in de kroon.

Voor de opbouw:
De onderste cake met een beetje ganache vastzetten op het cakeboard van 30 cm. De andere twee op een passend cakeboard vast zetten. De bodems besmeren met sinaasappelmarmelade en bespuiten met botercrème (glad mondje 7). De bovenkanten erop en kort in de koelkast zetten. Met de ganache eerst een dunne kruimelcoating aanbrengen en dan weer kort koelen. Vervolgens dikker afsmeren en aan de zijkant verticale streken maken met het paletmes. De taarten in de koelkast zetten. De onderste taart op een draaiplateau zetten. In de onderste taart vier satéprikkers steken en met een tangetje net boven de taart afknippen. Daar de middelste taart opzetten en daar drie prikkers in doen. Vervolgens de kleinste bovenop zetten. De onderkanten van de taarten afspuiten met ronde dopjes oranje botercrème (glad spuitmondje 11). Bovenop een afdruk maken met een rond bakje, dat ook opspuiten en daar de karamel noten omgekeerd inzetten. De gesponnen karamel in het midden leggen. De sinaasappel goed af laten druipen en door de fijne suiker halen. De onderste en bovenste taart versieren met boogjes gekonfijte sinaasappel. De middelste decoreren met Physalis.

Opdienen op een taartplateau.


Top